Faalangst in je klas of in je praktijk.

Wat is faalangst? Is dat goed of slecht?

De spanning of angst die je voelt in een situatie waarin je een prestatie moet leveren en/of je beoordeeld (kan) worden. 

Er is een verschil met plankenkoorts of drempelvrees die afneemt na een tijdje bezig zijn met deze activiteit.

 

Deze faalangst bestaat in 3 soorten en 2 types.

1. Cognitieve faalangst bijvoorbeeld bij toetsen, huiswerk 

2. Sociale faalangst bijvoorbeeld bij een spreekbeurt, een spel

3. Motorische faalangst bijvoorbeeld bij sport of wedstrijden

 

Type Actieve Faalangstige Kinderen

* vermijden actief fouten en kritiek door alles proberen perfect te doen.

* braaf, netjes, ordelijk ...

* studeren veel en zeker de details 

* stellen veel vragen

* volgen krampachtig

=> Leggen de lat hoog.

 

Type Passief Faalangstige Kinderen

* vermijden passief fouten en kritiek door lastige situaties uit de weg te gaan.

* blokkeren

* vragen veel bevestiging

* twijfelen veel en lang voor ze aan iets beginnen.

* 'Ik kan het niet'  of niet antwoorden op een vraag

* werken snel snel een taak af

* durven wel eens gokken of met de natte vinger invullen

 

=> Vertonen eerder vermijdingsgedrag.


Misvattingen

* Faalangst heb je alleen maar als je een studieprobleem hebt. Dus het is alleen maar aanwezig op school of dingen die met school te maken hebben.

* Het gaat erom dat je de dingen niet aan kan.

* Het is iets tijdelijks, je groeit er vanzelf wel weer uit.

* Het is een 'goed' iets. Het houdt je scherp.

Wat is het dan wel?

Het is een verkeerde impressie op de feiten waardoor iemand een versterkte angstbeleving krijgt. Deze angstbeleving zorgt op zijn beurt voor een verkeerde impressie van wat er aan de hand is.
Een cirkeltje van reacties dus.
Reacties die zich op lichamelijk vlak (zweten), cognitief vlak (hoofdpijn), emotioneel vlak (huilen) en/of gedragsmatig vlak (clownesk gedrag) kunnen laten zien.


7 manieren om faalangst aan te pakken.

Welke kies jij?

1. Observeer

Kijk en luister goed als ouder, leerkracht of CLB.

2. (Groeps-) Therapie

Is als eerste hulpmiddel niet vaak het beste.

Het voelt niet echt veilig om je 'bloot' te geven in een groep onbekenden. Een individuele coaching kan meer oplossingsgericht en kindgericht werken. 
Er is wel nood aan transfer: wat ik hier leer, wil ik leren toepassen in mijn leven.

3. Medicatie

Kan helpen zolang het medicijn genomen wordt, maar lijkt mij geen langdurige oplossing.  Het neemt de oorzaak niet weg maar verdooft de gevoelens zolang het medicijn werkt.

4. Relaxatie of hypnose

Dit zijn therapieën die vaak wel helpend zijn. Leren omgaan met wat je voelt, je leren te ontspannen ... ook op spannende momenten ... kan helpend zijn.

5. Studieplanning

Kan een goede oplossing bieden. Wanneer duidelijk is wat je wanneer doet, je (objectief) kan zien dat je voldoende gestudeerd hebt of voldoende tijd ter beschikking hebt, kan heel erg helpend zijn.

6. Anders leren denken

Cognitief herstructureren, zoals dat netjes heet, kan ook zinvol zijn. Belangrijk is dan wel, vind ik dat het niet te mentaal blijft maar dat wat je leert (hoe je anders leert denken dus) ook geïntegreerd wordt in je handelen en voelen. 

7. Het thuisfront - de opvoeding

Heel belangrijk is dat het thuisfront 'mee' is in dit verhaal. Hoe kijken de ouders zelf naar fouten maken, hoe hoog ligt hun lat, hoe vaak maken zij fouten en leren ze hieruit?
Opnieuw komt hier mijn quote naar boven: 

monkey see, monkey do.
Kinderen doen wat jij doet (als ouder én ook als leerkracht) en niet wat jij zegt dat ze moeten doen.

 

Leer hen dat fouten maken mag. Falen is oké!

Zorg dat het meer wordt dan een leuze of quote. Leef het voor.

Concreet voor ouders:

* Geef niet alleen feedback op punten. Ook inzet, motivatie en doorzettingsvermogen zijn van belang.

* Erken angst en de symptomen. Benoem ze.

* Ga niet mee in vermijdingsgedrag, maar blijf uit 'de strijd'

* Vertel over je eigen ervaringen, pas tegelijkertijd op voor 'besmetting'.

* Bespreek normen en waarden. Wat vinden jullie belangrijk?

Concreet voor leerkrachten

* Geef zo duidelijk mogelijk les. Spreek uit waarop punten staan en hoeveel. 

* Geef vertrouwen, spreek dat uit.

* Houd rekening met leertempo's en de verschillen.

* Focus op de inspanningen van de kinderen

* Verbeter toetsen zo snel mogelijk en geef duidelijke feedback. Vertel ook wat goed is/ging.

* Vermijd competitie tijdens de les.

* Spreek positieve verwachtingen uit.

* Start een toets met een oefening die zeker 80% van de klas in kan vullen, maak het zo langzaam moeilijker.

* Wees voorzichtig met snelle conclusies.